Voor deze DSVM extra les, bestaat er een werkblaadje waarmee leerlingen thuis zelfstandig mee aan de slag kunnen!
Voor deze DSVM extra les, bestaat er een werkblaadje waarmee leerlingen thuis zelfstandig mee aan de slag kunnen!
Sociale media hebben een steeds grotere impact op ons dagelijks leven. Ze bieden kinderen en jongeren de mogelijkheid om zowel contacten te onderhouden als nieuwe contacten te leggen en hun netwerk uit te breiden. Het is dan ook belangrijk dat ze er op een goede manier mee leren omgaan.
Als je in de klas rond sociale media werkt, is het belangrijk de leerlingen ‘netiquette’ bij te brengen. Want alleen zo wordt internetten een fijne ervaring voor iedereen.
Netiquette is een samenvoeging van de woorden netwerk en etiquette. Dit zijn ongeschreven regels over hoe je je gedraagt op het internet.
Netiquette is een samenvoeging van de woorden netwerk en etiquette. Dit zijn ongeschreven regels over hoe je je gedraagt op het internet.
Denk voor je post is een belangrijk onderdeel van netiquette. Om ruzies, pesten, misverstanden en gênante situaties te vermijden die je online én offline reputatie kunnen schaden is het steeds nodig om goed na te denken voor je dingen online zet en hoe je dat doet. Dingen die je offline niet zou zeggen of doen zeg of doe je dus ook best niet online.
Kinderen mogen maar pas online diensten gebruiken zoals sociale media vanaf 13 jaar. Als een kind jonger is dan 13 jaar, moeten de ouders van het kind toestemming geven. Wanneer kinderen voor het eerst sociale media (zoals Facebook, Instagram, Snapchat …) gebruiken, kan je op verschillende manieren helpen.
Je digitale voetafdruk zijn alle sporen die je op het internet achterlaat en die iedereen kan zien.
Sommige sporen laat je trouwens bewust achter door bijvoorbeeld een account op sociale media aan te maken. Maar andere sporen laat je dan weer onbewust achter door van de ene website naar de andere website te surfen. Aan de hand van cookies weten bedrijven naar wat je op zoek, wat je leuk vindt, ....
Het is dus goed om jezelf af en toe online op te zoeken, je privacyinstellingen aan te passen, (verouderde) accounts op sociale media te verwijderen, ...
Haatspraak definiëren is niet zo makkelijk. Soms is het moeilijk om te achterhalen wanneer iets bedoeld is als een grap of om een haatboodschap gaat.
Haatspraak? Homohaat, bodyshaming of onverbloemd racisme: op het internet kan je kind heel wat dingen tegenkomen die je allesbehalve ‘goed gedrag’ kan noemen. Wanneer de boodschap echt te grof is voor woorden, durf dit bericht dan zeker te verwijderen of te rapporteren.
NoHate hanteert de definitie van het Comité van Ministers van de Raad van Europa: “... de term “haatspraak” moet begrepen worden als alle vormen van expressie die rassenhaat, xenofobie, antisemitisme of andere vormen van haat die op onverdraagzaamheid gestoeld is, verspreiden, stimuleren of rechtvaardigen.” (eigen vertaling)
Voor het maken van een afbeelding van iemand, maar ook voor het gebruik ervan, is de uitdrukkelijke toestemming van de afgebeelde persoon nodig. Dit heet ‘portretrecht’ of ‘recht op afbeelding’. Als een kind minderjarig is, dan moeten de ouders toestemming geven om een foto van het kind te laten maken of te gebruiken. Toch praat je het best met je kind over dit recht.
Het internet onthoudt alles. Als iets online komt, kan je het nog moeilijk te verwijderen.
Chat je met vrienden, met een leerkracht of met een wildvreemde? Pas je stijl aan en zeg niets ongepast. Ga niet schelden of beledigen. Deel geen intieme dingen met mensen die je niet kent.
Deel wachtwoorden, (e-mail)adressen of telefoonnummers niet met om het even wie. Verspreid geen leugens of roddels.
Deel geen foto’s zonder hun toestemming of verwijder een foto wanneer ze daarom vragen. Niet iedereen vindt delen even leuk.
Neem deze positieve insteek als uitgangspunt met de nodige aandacht voor de risico’s.
Zo denken ze na over wat wel en niet kan online en over hun eigen online gedrag.
Stel met de klas enkele online regels op over wat wel en niet kan online.
Het is belangrijk dat kinderen leren dat ze werk van anderen niet zomaar mogen gebruiken, kopiëren en verspreiden. Leer hen waar ze rechtenvrije foto’s, muziek … kunnen vinden. Bedenk eventueel samen met hen situaties waarin het niet fijn is als iemand je foto gebruikt zonder toestemming. Zoals een foto van een gênante situatie of een flauwe grap.
Vraag aan je leerlingen wie er allemaal op sociale media zit. En wat ze online allemaal doen.
In deze aflevering van Vet op het Net van Ketnet schrijft Charlotte een reactie bij een foto van Sander, maar ze bedenkt zich omdat de reactie misschien toch wat gemeen is. Want in het echte leven zeg je zoiets toch ook niet?